Voorganger: woonERFgoed

Inleiding
WoonERFgoed (2011-2013) was een netwerk van professionals en vertegenwoordigers van buurtgroepen. Het doel was kennis en ervaring uit te wisselen tot behoud en verbetering van de verblijfskwaliteit in (woon)erven en (woon)erfachtige straten. Onder verblijfskwaliteit werd verstaan de mogelijkheid om de straat en de openbare ruimte veilig te gebruiken om te kunnen lopen, fietsen, spelen en elkaar ontmoeten. De woonerven waren in de jaren 70 ontstaan om de leefkwaliteit van woonwijken te beschermen en te verbeteren.

In het netwerk woonERFgoed werd verder gebouwd op de kennis die tijdens het Childstreetproject vanaf 2004 was vergaard en ontwikkeld, zoals vastgelegd in het onderzoeksrapport Spelen op Straat. Childstreet werd in 2009 afgesloten met de slotpublicatie Childstreet 2009 die door het KpVV/CROW onder alle gemeenten werd verspreid.

Oprichting woonERFgoed
Hoe kon, tegen de verkeerskundige druk in om vooral de auto te faciliteren, aandacht voor de mens op straat in verblijfsgebieden geagendeerd worden? Een inventarisatie leverde een startdocument op voor de oprichtingsbijeenkomst op 27 april 2011 in Huis de Witte Roos in Delft. Na de oprichting werd allereerst een eenvoudige website gebouwd.

Werkzaamheden
Het was niet eenvoudig om verblijfskwaliteit in verblijfsgebieden te agenderen. Meer 30 km/uur in de bebouwde kom was zeker een gewenste ontwikkeling, omdat de verkeersveiligheid daarmee gediend was. Maar bredere aandacht voor leefbaarheid verdween, mede door het campagnegeweld van de overheid over Duurzaam Veilig 30 waardoor de suggestie ontstond dat woonerven niet meer mogelijk waren. Dit was ook zorgelijk omdat binnen Duurzaam Veilig een goed trottoir geen aandachtspunt was. Dat betekende bijvoorbeeld dat vaak stoeploze woonerven 30 km/uur-straten werden. VVN had geen oog meer voor deze gevaarlijke ontwikkeling. Buurtbewoners werden geconfronteerd met slecht geïnformeerde verkeersambtenaren die meenden dat woonerven niet meer zouden mogen.

Samen met enkele buurtgroepen die al eerder tevergeefs steun hadden gezocht bij VVN gingen wij aan de slag. Wij lieten ons inspireren door recente studies binnen de stedenbouw waar wel oog was voor woonerven. Ook spraken wij met hoogleraar Dick van Gameren op de TU Delft die pleitte voor het toepassen van het woonerf-concept.

De internationale verspreiding van het formele woonerf werd verkend, van de internationale afspraken tot aan de op straat gebruikte in verschillende landen.

Daarnaast inventariseerden wij oudere documentatie over (woon)erven die zelden digitaal beschikbaar was. Een uitzondering was het belangrijke Rapport Verkeersleefbaarheid uit 1978 waarbij Steven Schepel het secretariaat verzorgde. Het was pionierswerk. Anders dan bij de fiets met het Fietsberaad was er voor woonerven geen gratis online documentatie voor buurtbewoners. VVN had het documentatiecentrum opgeheven en was op het gebied van infrastructuur geen relevante kennisbron meer.

Maar enkele buurtgroepen bleken goed geïnformeerd en hadden de geschiedenis van hun woonerven en de expertise over woonerfontwerp wel bijgehouden. Een voorbeeld was de buurtgroep rondom Kees Bianchi in de Koekoek, een woonerf in de wijk Boomgaardshoek in Hoogvliet. Zij hadden uitgebreide online documentatie opgebouwd en in Hoogvliet werd dan ook najaar 2012 de eerste netwerkbijeenkomst gehouden.

Verder waren er goede contacten met de buurtorganisatie van de wijk Leeuwendaal in Rijswijk. Dat was met name interessant omdat deze wijk omstreeks 1980 als woonerf was heringericht als een ministerieel voorbeeldproject. Ook daar werd geprobeerd het leefklimaat tegen de oprukkende automobiliteit te beschermen. Om het verschil te duiden met 30 km/uur-gebieden waren de woonerfborden daar in opdracht van wethouder Jense van Rijswijk voorzien van ‘max 15’ stickers.

Lobby in de Tweede Kamer
Omdat de problematiek met woonerven om een landelijke benadering vroeg, besloten Jantje Beton, de buurtvereniging Leeuwendaal samen met de wethouder Jense van Rijswijk en woonERFgoed als penvoerder tot een krachtenbundeling. Op dinsdag 13 maart 2012 werd door deze coalitie in de Tweede Kamer via een petitie een duidelijker verkeersbord aangeboden. De positie van woonerven kwam vervolgens uitgebreid aan de orde in het commissiedebat AOV op donderdag 15 maart. In het vakblad Verkeerskunde stond een terugblik. Naar aanleiding van de grote persaandacht werd een flyer over het woonerf gemaakt. Afsluitend werd januari 2013 een vervolgbrief naar het verkeersveiligheidsoverleg AOV gestuurd met een aantal aanbevelingen om de veiligheid en leefbaarheid van woonerven te verbeteren.
Opgegaan in MENSenSTRAAT
In 2012 bleek dat VVN definitief van koers was veranderd en zich ging beperken tot verkeersveiligheidscampagnes. De aandacht voor veilige en uitnodigende inrichting van verblijfsgebieden verdween. Eerder had VVN al afscheid genomen van de Straatspeeldag. Veilige ruimte voor kinderen op straat kreeg geen aandacht meer. Die definitieve koerswijziging bij VVN was aanleiding tot verbreding van woonERFgoed en samen met anderen te komen tot de oprichting van MENSenSTRAAT in 2013. WoonERFgoed ging daarin op.